De Everglades

Everglades

De Indianen noemden dit moeras "de rivier van gras". Het water stroomt haast onzichtbaar van Lake Okeechobee naar het zuiden en westen Florida Bay in.

Het 560 000 ha grote Everglades National Park is een beschermd gebied van moerasland en onderbroken kustlijn. De beste tijd om dit te bezoeken is in de winter, het droge zeizoen. U ziet dan de meeste vogels en er zijn minder muggen. Voor plattegronden en literatuur moet u schrijven naar Everglades National Park, PO Box 279, Homestead, FL 33030.

Vanuit Miami gaat u naar het zuiden richting Homestead. Neem snelweg 27 en volg daarna de borden naar het park. Bij de ingang krijgt u een gratis plattegrond. De 61 km lange weg door het park kronkelt langzaam naar de kust. Enkele zijwegen brengen u naar campings en picknickgebieden aan meren of "hammocks" - beboste gebieden tussen het moerasland.

De eerste afslag leidt naar Royal Palm Visitor Center, aan de rand van een zoetwatermoeras. Kijk eens naar het heldere vijverwater waar u scholen vissen, zoals de geep van Florida, hoofdvoedsel voor kaaimannen, ziet zwemmen. Er zijn diaseries over de Everglades en de park opzichter kan u vertellen waar u het beste heen kunt gaan. Het Anhinga Trail loopt over sawgrassmoeras. U ziet kaaimannen, (zilver)reigers en de slangehalsvogel of anhinga, die onder water zwemt, terwijl zijn slangachtige nek boven het water uitsteekt, in het struikgewas gaat zitten en daar zijn vleugels droog wappert. Het Gumbo Limbo Trail is het andere pad.

Let vooral op de wasbeertjes, opossums of buidelratten, boomslakken en hagedissen.

Als u weer op de hoofdweg bent, ziet u voordat u Flamingo bereikt nog meer van zulke paden en uitzichten.Flamingo is een vissersdorp aan een ondiepe baai met een kleurrijke geschiedenis van illegale drankstokerijen. Het leven hier draait tegenwoordig om een station voor park opzichters, een schuilhut, camping, restaurant en winkel. In Flamingo Marina kunt u aas kopen en visgerei en boten huren.

Rondvaarboten maken tochjes vanuit Flamingo en kanovaarders kunnen via een reeks meertjes en rivieren, die "The Wilderness Waterway" heet, zelf de weg vinden naar Everglades City. Hier komt u witte reigers, zilverreigers, roze lepelaars, visarenden en de Amerikaanse zeearenden tegen. Neem 's zomers een insektenwerend middel mee. Jagen en wapens zijn verboden, maar vissen is toegestaan.

Een andere ingang van het park ligt aan het Tamiami Trail (US 41), dat dwars door de staat van Miami naar Naples loopt. Langs het hele pad vindt u borden die luchtbootritjes aanprijzen, maar het echte centrum voor airboat rides is Coopertown. Lage boten die door vliegtuigpropellers worden voortbewogen, glijden over het moeraswater en schieten tussen graskluiten door. (Deze boten zijn in het nationale park verboden).

In het Miccosukee Indian Village kunt u ambachtdemonstraties en kaaiman worstelen bekijken. De Miccosukee-Indianen wonen hier helemaal geïsoleerd sinds de Seminole-oorlogen. Toen de VS-regering deze stam in 1962 erkende, bestond deze uit nog geen honderd mensen. Nu zijn er ruim 500. Buiten het dorp loopt het Tamiami Trail langs de zuidelijke grens van het Big Cypress National Preserve.

De westelijke ingang van het nationale park is Everglades City, weer een station voor park opzichters. Hiervandaan kunt u ontspannende rondvaarten tussen de "10 000 eilanden" maken en vele dieren bekijken. Dit is nog steeds een van 's werelds grootste mangrovebossen. De bescherming ervan is niet uit de lucht gegrepen: deze omgeving is essentieel als kweekplaats van voor de handel belangrijke vissoorten.